De barbaren komen terug – Deel 4

De barbaren die bij Unilever aanklopten hebben meer opgeschud dan het bedrijf. De discussie over de rol van de overheid bij het behouden van bedrijven voor Nederland is door deze ‘barbaarse acties’ weer actueel geworden.

Het gaat daarbij niet alleen om de vraag welke bedrijven van nationaal belang zijn. Veeleer is de vraag actueel hoe wij nationaal belang definiëren en hoe deze definitie een rol speelt bij het behoud van bedrijven voor Nederland. Ook wanneer een onderneming grotendeels in buitenlandse handen is (aandeelhouders) heeft de aanwezigheid in Nederland impact. Waardeontwikkeling is niet beperkt tot de prijs van aandelen. Het vasthouden van waardeontwikkeling kan door interventies van de overheid of door eigen beschermingsconstructies maar krijgt vooral gestalte door goed ondernemingsbeleid en door hechte verbindingen tussen onderneming en omgeving; voor dergelijke verbindingen moet de liefde wel van beide kanten komen.

Peter Wennink

Het werkt aanstekelijk. Op 9 april jl. schaarde Peter Wennink, de CEO van ASML, zich in de rij van topmanagers die een rol voor de overheid weggelegd zien bij vijandige buitenlandse overname-dreiging. Uit zijn mond viel het volgende te beluisteren in het tv-programma Buitenhof: ‘Als samenleving investeer je in bedrijven, bijvoorbeeld door via fiscale regelingen onderzoek te subsidiëren en door de belastingdruk te verlagen. Dan mag je ook wat terugvragen, dat is geen gek idee.’ De uitspraak van Peter Wennink ging hand in hand met zijn vraag om 10 miljard euro overheidsinvestering in de komende 10 jaar in de regio Eindhoven. Niet alleen investering in technologieprojecten maar ook investering in onderwijs, cultuur en woonklimaat. Met zijn uitspraak gaf hij aan dat de waarde van een bedrijf niet uitsluitend een aangelegendheid is van aandeelhouders. Bedrijven kunnen zich ontwikkelen omdat ze ingebed zijn in de samenleving. De waarde van een onderneming is niet beperkt tot de verhandelbare waarde van het aandeel. De verbonden waarde is onderdeel van de wisselwerking tussen bedrijf en samenleving. De ontwikkeling van deze samenhangen vraagt om langetermijnverbindingen en een visie op gemeenschappelijke waardecreatie. Het verweven netwerk van overheid, civil society en markt is een deel van de waarde die wordt gecreëerd en vraagt om een gemeenschappelijk toekomstperspectief.

De tekst over de strategische aanscherping die Unilever op 6 april jl op haar website plaatste draagt de titel:Accelerating sustainable shareholder value creation. Het ‘sustainable’ onderdeel komt terug in de herbevestiging van de waardeoriëntatie van het bedrijf: Reconfirming our commitment to a proven long-term model of compounding growth and sustainable value creation.

De overige teksten zijn gewijd aan ‘Accelerating shareholder value creation’: Spreads wordt klaargemaakt voor verkoop, Foods and Refreshment komen in een organisatie, de dual-headed legal structure wordt versimpeld (Brexit of Nexit), er wordt dit jaar voor 5 miljard aan aandelen ingekocht, het dividend gaat met 12% omhoog en de EBITA-doelstelling wordt verhoogd.

In al deze uitingen staat nog niet hoe Unilever aankijkt tegen de waarde die is gecreëerd door het bedrijf te verbinden aan de maatschappelijke en economische context in Nederland en hoe deze waarde wordt gecontinueerd. Het antwoord op deze vragen krijgen we ongetwijfeld nog. Want wanneer Unilever het niet uitspreekt dan doen de ‘verbonden partijen’ dat wel: van een aandeel in naar een onderdeel van.


Deze column staat ook op TIAS